Tuinders

Vaarwegen op de schop

Het stuk water tussen de Loosduinsebrug en de Fahrenheitstraat werd in 1932 gedempt, en het gedeelte tot aan de Valkenboslaan volgde in 1982. Maar het stuk tussen de Valkenboslaan / Zuiderparklaan en de Thorbeckelaan / Volendamlaan bleef in tact. De tuinders uit het Westland konden Den Haag bereiken via het nieuw gegraven Laakkanaal. Dit kanaal verbond de Loosduinsevaart met de nieuwe Groente- en Fruitmarkt, die in 1932 werd geopend. Een van die tuinders was E. Flinterman.

Tuinderswoning en Daglonerswoningen

De vrijstaande voormalige tuinderswoning waar we nu zijn is gebouwd in 1907 in opdracht van deze tuinder. Het is en karakteristiek Art Nouveau-pand met zijn gedetailleerde gevel van grijswitte verblendsteen en decoraties in blauwe en oranje verblendsteen. Het pand is ook van historische waarde door de aangrenzende daglonerswoningen van de arbeiders die in het tuindersbedrijf werkten.

Eeuwenoud transport van groente en fruit

Het vervoer van groente en fruit gebeurde al van oudsher met boten. Het was een voorname reden om de Loosduinsevaart aan te leggen (1646). Voorheen moesten Westlandse tuinders omvaren langs de Hoefkade, gevolgd door een route via de Haagse Trekvaart, Bierkade, Dunne Bierkade, Paviljoensgracht en Lutherse Burgwal om de Nieuwe Markt (Grote Markt) te bereiken.

Westlander

De Westlander, een originele platbodem die hier op één van de vele scheepswerfjes werd gebouwd, voorzag niet alleen Den Haag van groente en fruit uit het Westland, maar was ook van onschatbare waarde voor het transport van tuinbouwproducten tussen het Westland en diverse markten in Holland. Deze schuit deelde belangrijke kenmerken met de trekschuiten die vanuit Delft naar het Westland voeren.

Gebaseerd op de trekschuit

De “Westlander” was ontworpen met afmetingen gebaseerd op de diepte van de Zweth en de breedte van de sluis bij Leidschendam, wat de doorvaart van de trekschuit mogelijk maakte. De Westlandse schippers gebruikten het casco van de trekschuit en baseerden daar de afmetingen van hun schip op. De lengte van het schip kon variëren, afhankelijk van het gewenste bereik. Door de afmetingen van de Westlander aan te passen op de doorvoerbreedte van de nieuwe sluis in Leidschendam konden ze vanaf 1648 verder weg reizen en steden en dorpen aan de andere kant van Leidschendam bereiken, zoals Hillegom, Leiden en zelfs Amsterdam. Over het algemeen gold dat hoe verder het schip voer, hoe groter het was. De schippers brachten dus het extra tonnage niet in de breedte maar in de lengte onder; het schip werd dan langer. Diepte en breedte lagen immers vast vanwege de diepte van de Zweth en de breedte van de sluis.

Hoogtepunt van de Loosduinse Vaart

In de 19e eeuw bereikte het gebruik van de Loosduinse Vaart zijn hoogtepunt, waarbij duizenden boten, waaronder de Westlanders, deze vaarweg gebruikten. In 1881 maakten ruim 12.000 boten gebruik van de Loosduinse Vaart, wat het absolute hoogtepunt van het gebruik van deze vaart betrof. Deze waterweg was van vitaal belang voor het transport van groente en fruit tussen Den Haag en het Westland.

Immaterieel erfgoed op de Werelderfgoedlijst

De groei van het aantal vaarbewegingen in deze periode weerspiegelde de bloei van het Westland als tuinbouwgebied en legde de basis voor de moderne Greenport. Het varend corso houdt nog jaarlijks het erfgoed levend. Inmiddels staat dit evenement als immaterieel erfgoed op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

Moderne Ontwikkelingen en Het Einde van een Tijdperk

Met de opkomst van de spoorwegen en gemotoriseerde schepen in de 20e eeuw werd het vervoer sneller en efficiënter. Dit leidde tot het einde van het tijdperk van de traditionele Westlandse schuit.

Afbeeldingen 1. Tuinderswoning tussen daglonershuisjes 2. Marktkoopvrouw van de Haarlemse schilder Frans Hals, tentoonstelling 2024 Rijksmuseum 3. De prentbriefkaart, genomen door Hendrik van Noort rond 1902, toont de Loosduinsche Groenteveiling op de Oude Haagweg, ter hoogte van de latere Medemblikstraat, in Den Haag, Gemeentearchief 6.19392. 4. Een tuinderij aan de Loosduinsevaart; r. de Oude Haagweg tussen de begraafplaats Oud Eikenduinen en de Thorbeckelaan, ter hoogte van het latere Den Helderpad, in de richting van Loosduinen, Eduard Houbolt, kl. A 614 5. Immaterieel erfgoed; nog jaarlijks houdt het Westland het erfgoed levend door het varend corso

Meer lezen over de relatie tussen de Westlander en de trekschuit. Aad van Zeijl – Scheepmakers, Schippers en Schuiten Onderzoek naar de geschiedenis van de Westlandse schuit. 1648 – 1967