In de 17e eeuw begon de ontwikkeling van de trekvaart in het westen van Den Haag, met de aanleg van de zandvaart die de stad Den Haag met het Westland verbond. Ondanks aanvankelijke zorgen over vervuiling, werd de vaart uiteindelijk gerealiseerd en werd het belang ervan duidelijk voor zowel de economie als de infrastructuur van de regio.
De trekvaart was niet alleen een transportroute voor goederen, maar ook een belangrijk handelskanaal en een verbindingsweg tussen verschillende gebieden. De uitbreiding van de vaart naar paleis Honselersdijk, gefinancierd door stadhouder Frederik Hendrik, toonde de nauwe banden tussen de politieke macht en de ontwikkeling van de infrastructuur in die tijd. Paleis Honselersdijk diende als een belangrijk centrum voor regeringszaken en diplomatieke missies, met bezoeken van hooggeplaatste figuren zoals koningin-moeder Maria de’ Medici.
De trekvaart vereiste een uitgebreide infrastructuur, waaronder jaagpaden, bruggen en speciale trekschuiten. De georganiseerde dienstregeling en het tolheffingssysteem zorgden voor een efficiƫnte werking en financiering van het vervoer.
De vaart was ook een bron van conflict. De noodzaak van voortdurend onderhoud aan de trekvaart en bijbehorende infrastructuur resulteerde in aanzienlijke kosten en soms geschillen tussen belanghebbenden, zoals tussen Delft en Den Haag.
De vaart speelde een essentiƫle rol in de opkomst van luxe buitenplaatsen, waar rijke stadsbewoners konden genieten van schoon drinkwater en frisse lucht. Een van de meest prominente buitenplaatsen was Patijnenburg, dat zich ontwikkelde tot een monumentaal landgoed.
Daarnaast was de trekvaart belangrijk voor de bloei van de tuinbouw in het Westland, waar we nu nog van profiteren door het ontstaan van de Greenport. Hoewel veel van de oorspronkelijke trekvaart is verdwenen door demping en veranderingen in transportbehoeften, zijn er nog steeds tastbare overblijfselen van dit historische tijdperk te vinden, zoals oude gebouwen, kassen en waterwegen.
Initiatieven zoals het Varend Corso en plannen om grachten weer open te maken, dragen bij aan het behoud en de viering van dit erfgoed. In de context van immaterieel cultureel erfgoed heeft het Varend Corso erkenning gekregen, waarmee indirect ook het belang van de trekvaart als bron van cultuur en traditie wordt onderstreept.
Bekijk de digitale expo en scan de Qr-code van route. Hieronder tevens de beschrijving route van de locaties en beeldmateriaal op deze site per locatie met een link. Lees het artikel voor verdieping.
Tekst en expositie in Museum Loosduinen: F.W. Hofstra, Hofcultuur.
Met dank aan Kees Stal voor de toelichting en transcriptie van de 17de eeuwse tekst.