Witte Brug

Het duinlandschap rond Wittebrug onderging significante veranderingen, waaronder de afgraving van duinzand voor bouwmateriaal en de ontwikkeling van woningbouwgebieden zoals Klein Zwitserland en het Westbroekpark. De aanleg van de Nieuwe Parklaan in 1889 verbond De Witte Brug met Scheveningen, waardoor de omgeving steeds meer verstedelijkte.

Gram beschrijft de ontwikkeling van de omgeving in 1905 ten opzichte van de tijd toen de gondel nog over het kanaal voer. De drukte en levendigheid langs het kanaal werden vergeleken met de rustige gondelvaarten uit het verleden. De omgeving rond de Witte Brug werd een bloeiende buitenwijk, met tal van villa’s en huizen die werden gebouwd, evenals het hotel “Witte Brug” dat populair was bij zowel Hagenaars als toeristen.

Het hotel “Witte Brug” ligt daar uitnodigend en verlokkend aan de splitsing tussen Badhuisweg en Tramweg. Het deelt in de gunsten van Hagenaar en vreemdeling, zowel vanwege zijn prachtige ligging als vanwege de zorg waarmee het voor het welzijn van zijn gasten zorgt.

Rondom deze aanvoerder hebben de kolonisten van de Witte Brug zich gevestigd, en daar zowel de stoomtram van het Staatsspoor als de elektrische tram in wedijver om de snelle transport van de inwoners van de Witte Brug, nemen de nederzettingen buitengewoon toe.’

Tegenwoordig bevindt zich op deze locatie Madurodam, een miniatuurpark dat een schaalmodel van Nederlandse steden, landschappen en gebouwen op 1:25 schaal tentoonstelt. Het park is vernoemd naar George Maduro en trekt jaarlijks duizenden bezoekers als een populaire toeristische attractie.

  1. Badhuisweg, entree van Hotel Wittebrug, 5.22595 Haags Gemeentearchief ca. 1905 2. 302915 haags gemeentearchief tentoonstelling van poppen en antiek speelgoed. 3. Badhuisweg, hotel-café Wittebrug en bierbrouwerij Het Anker van A.H. van Dijk (nrs. 89-91, later 251), Identificatienummer 0.50550 Haags gemeentearchief 4. Kanaal met Wittebrug. Links café “De Aanleg” (ook wel de “Goede Aanleg”), rechts korenmolen De Vier Winden die afbrandde op 20-3-1873 HGA001312694, Alexandrine Tinne, ca. 1860