Alternatief vervoer met de accutram

 

In 1864 reed de eerste paardentram van Scheveningen naar Het Plein via de Kanonstraat, die destijds het knooppunt was van bijna alle tramlijnen in Den Haag. In 1890 werden hier de eerste accutrams in Nederland geïntroduceerd. De accu’s, geplaatst onder de zitplaatsen van de passagiers, konden van buitenaf worden vervangen en waren na 5 ritten leeg. Na enkele jaren werd er een oplaadstation aan het eindpunt geïnstalleerd. De snelheid van deze trams was voor die tijd erg hoog, met 12 km/h van Het Plein naar Atjehstraat en 20 km/h van Atjehstraat naar Scheveningen.

In 1904 kreeg deze lijn als eerste in Den Haag een bovenleiding, omdat de accutram geen succes was. De accutrams werden ‘ijzervreters’ genoemd vanwege de sterke magneten onder het motorblok, die regelmatig gereedschappen en andere metalen voorwerpen aantrokken.

Er deden zich veel ongelukken voor met de trams, omdat de bestuurders oorspronkelijk koetsiers van de paardentram waren die werden omgeschoold. Na diverse incidenten werden passagiers alleen nog gratis vervoerd tijdens avonden en nachten, op eigen risico. Na een reeks problemen, waaronder weigerende trams, ongevallen en brand, duurde het ruim een jaar voordat er een geregelde dienst was. De accu’s stonden onbeschermd onder de banken, wat leidde tot gemorste zwavelzuur en brandgaten in de kleding van passagiers.

Afbeelding 1. De foto toont een accutram op het Korte Voorhout in Den Haag, voor de Koninklijke Schouwburg. De tram, geïdentificeerd als een accutram, wordt afgebeeld in een straatbeeld dat typerend is voor het begin van de 20e eeuw, 1900, Haags Gemeentearchief