Als je met een trekschuit vanaf de Grote Markt in Den Haag naar het landelijke Loosduinen en het paleis van de stadhouder in Honselersdijk zou varen, wat kom je dan tegen? Ga je mee op deze reis? Langs deze trekvaartroute zijn nog altijd historische objecten te vinden die herinneren aan vroeger. Sommige delen van de vaarweg zijn inmiddels gedempt, terwijl andere delen juist veel breder zijn dan in de tijd dat de trekschuit hier voer. Hoewel veel van het landschap is veranderd en oude boerderijen, herbergen, molens en buitenhuizen vrijwel allemaal zijn verdwenen, is er nog genoeg dat de tand des tijds heeft doorstaan en zeker genoeg voor dit historische verhaal.
Paulus Constantijn La Fargue, De Grote Markt, 1760, The National Gallery, Londen
Ambitieuze stadsuitbreiding
We beginnen onze tocht op de Grote Markt, de markt voor groente en fruit. Dit westelijke deel van de stad is eeuwenlang een bruisend handelscentrum geweest voor landbouwproducten, waaronder bier, groenten, fruit, graan, varkens en boter. Onze tocht begint bij de Boterwaag op de Grote Markt. Terwijl we over de Prinsegracht varen, komen we langs de Korenbeurs, de Varkensmarkt en de Brouwersgracht. De Prinsegracht is een zeer ambitieuze 17e-eeuwse stadsuitbreiding. De planners hadden een luxueuze woonwijk voor ogen. De huizen moesten voldoen aan allerlei welstandseisen, zoals schoonheid, uniformiteit, statigheid en voorgeschreven hoogte en breedte. Nog altijd staan er een aantal chique panden, zoals Huis Dedel, een rijksmonument gebouwd in 1642 in de stijl van het Hollands Classicisme. In dezelfde stijl is het Hofje van Nieuwkoop gebouwd, dat aan het einde van deze gracht ligt. Het doel van de Prinsegracht als chique gracht waar welgestelden wonen, wordt echter niet bereikt. Haagse notabelen geven de voorkeur aan wonen elders in het centrum.
Atlas de Wit, pagina 49, stadsuitleg Prinsegracht, KB
Op Prinsegracht 15 zit het Design Museum Dedel
Het Hofje van Nieuwkoop aan de Prinsegracht en is een ontwerp voor Jacob de Riemers Beschrijving van ‘s-Graven-hage. Het maakt deel uit van de prentencollectie met identificatienummer “A3-13” en is gemaakt door G. van Giessen rond het jaar 1729.
Tekening G. van Giessen, rond 1729, toont het Korenhuis aan de Prinsegracht, gelegen tussen de Varkenmarkt aan de linkerkant en de Korte Beestenmarkt aan de rechterkant. In het midden bovenaan cartouche: Haagse ooievaar en 1666, gr. A 100
De afbeelding toont een gezicht op de Loosduinse brug, met aan de linkerkant de Heerenmolen, ookbekend als de Heertjesmolen. Deze prent, een gravure vervaardigd door F. Wit en gepubliceerd door uitgever G.B. Probst, Haags Gemeentearchief collectie prenten, gr. B 1366.
Buitenplaatsen
Aan het einde van de Prinsegracht varen we een stukje over de singelgracht en passeren we een van de ophaalbruggen bij het Westeinde. Hier gaan we linksaf het centrum uit. Aan de rand van de stad staan hier een aantal hoge molens. De trekschuit vaart van Den Haag naar Loosduinen langs tal van buitenhuizen: ’t Huis te Westerbeek, Westcamp, Valkenbos, Leijenburg, Oud Eik En Duinen, Oud Rosenburg en Rusthoek (nu bij de Buitentuinen). Het rustieke Oud Rosenburg maakt nu deel uit van Parnassia. De aanleg van de trekvaart speelt een rol in de opkomst van buitenhuizen. Rijke stadsbewoners laten luxe buitenplaatsen aanleggen buiten de stad, vaak langs het water of in de binnenduinrand, waar men kan genieten van schoon drinkwater en frisse lucht. Welgestelde burgers ontvluchten in de zomer de stinkende stad en kiezen voor de strandwal als toevluchtsoord. De buitenhuizen hebben aan de kant van de trekvaart een lange opvaart als toegang voor de boot. De lusttuinen van deze buitenhuizen zijn indrukwekkend en dienen als statussymbool, met tuinmanswoningen, theekoepeltjes, oranjerieën, koetshuizen en vijvers. De meeste buitenplaatsen zijn inmiddels verdwenen, opgeslokt door de grote stad, maar hun namen leven vaak voort in straatnamen.
‘t Huis te Westerbeek.’ ‘G.v. Giessen del. / J.C. Philips fec. direx. R. Boitet Excud. Cum Privil’. Op de vaart wordt een schuitje voortgetrokken.
Buitenhuis Oud Rustenburg
Detail Nieuwe kaart van ‘s-Gravenhage met de omliggende Dorpen en Buitenplaatsen, 1838. S.W. van der Noordaa, Haags Gemeentearchief z.gr. 0605.
Herberg Vinkenburg – Vink
In het landelijke gebied tussen Den Haag en Loosduinen stonden enkele boerderijen en huizen. Op de hoek van de Beeklaan en de Loosduinseweg bevond zich oorspronkelijk een herberg genaamd Vinkenburg, later bekend als De Vink. Deze herberg speelt een belangrijke rol in de regio. Vanuit hier wordt de administratie verzorgd voor zowel de trekschuit als voor de diligence tussen Den Haag, Loosduinen, Naaldwijk, Poeldijk, Honselersdijk en later zelfs Monster en ‘s-Gravenzande.
W. de Zwart (1862-1931, Langs de Loosduinsevaart, tegenover de Beeklaan, dobberen rustig de roeibootjes nabij de uitspanning Roeilust, 1890, Haags Gemeentearchief kl. A 481.
Dit was in de 19de eeuw ook het gebied van de Loosduinse School, kunstenaars van de Haagse School die in dit gebied werkten en woonden en zich aangetrokken voelden door de ongerepte natuur.
Ockenburgh: Een Toevluchtsoord van Welgestelden
De voormalige buitenplaatsen langs de Loosduinse Vaart geven nauwelijks meer een beeld van het verleden, maar gelukkig kunnen we dankzij honderden vrijwilligers nog steeds het landgoed Ockenburgh in Loosduinen bezoeken. Dit landgoed, oorspronkelijk gesticht door Jacob Westerbaen (1599-1670), groeit uit tot een monumentaal landhuis omringd door een prachtig park. Westerbaen, een arts en dichter, beschrijft zijn ‘kleyn paleis’ poëtisch in ‘Arctoa Tempe’. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de fruitteelt en tuinbouw in de regio. Langs de weg bij Ockenburgh wordt tol geheven op de Oorberlaan en de Beeklaan. Deze wegen waren ooit voet- en karrensporen, gemarkeerd met ‘hinderpalen’ in uitgestrekt duingebied.
Ockenburgh
Korenmolen, abdij en abdijkerk
We vervolgen onze reis aan boord van de trekschuit die via de Nieuwe Vaart naar Paleis Honselersdijk vaart. Het paleis bevindt zich tussen Poeldijk en Naaldwijk. In Loosduinen begint de Nieuwe Vaart voor het molenaarshuis en de korenmolen bij de Margaretha van Hennebergweg. Het is dichtbij de eeuwenoude Abdijkerk van Loosduinen.
Gezicht naar het dorp Loosduinen. Prenten A3-18 Giessen, G. van ca. 1729 penseel in grijs, HGA004300757
Vaart ano 2024 met de Korenmolen, historische schuiten, het molenaarshuis en de abdijkerk
We vervolgen onze reis aan boord van de trekschuit die via de Nieuwe Vaart naar Paleis Honselersdijk vaart. Het paleis bevindt zich tussen Poeldijk en Naaldwijk. In Loosduinen begint de Nieuwe Vaart bij het molenaarshuis en de korenmolen aan de Margaretha van Hennebergweg, vlakbij de eeuwenoude Abdijkerk van Loosduinen. De trekvaart maakt een bocht en volgt precies de grens van twee polders. Het jaagpad wordt aan de andere kant van de vaart verlegd. Aan de overkant van de Lozerlaan vinden we tegenwoordig de vaart weer terug richting Poeldijk als de zeer brede Nieuwe Vaart naast de Nieuweweg, de N211. Ter hoogte van het oude Veilinghuis maakt de weg een knik, en bij het buurtschap Rolpaal, een verwijzing naar een paal of balk die werd gebruikt om de touwen van de trekschuiten te geleiden zodat de schuit niet het land op werd getrokken bij de bocht, bevindt zich de N213. Nu komen we al snel bij het gebied dat landmeter Van der Sallem markeert als ‘Zijn Hoochheijt’, het grondgebied van stadhouder Frederik Hendrik. Hier ligt Paleis Honselersdijk.
Nederhof met beeld stadhouder Prins Frederik Hendrik
Honselersdijk
Paleis Honselersdijk is het meest indrukwekkende paleis uit de 17de eeuw. Dat is goed te zien op de prent van tekenaar Abraham Begeyn (1637-1697).
Dit panorama toont Paleis Honselaarsdijk met symmetrisch aangelegde tuinen en bijgebouwen, gebouwd als jachtslot voor prins Frederik Hendrik, met een gekroond wapen van prins Willem III, vervaardigd door Abraham Begeyn en Abraham Bloteling circa 1684
Paleis Honselersdijk is het meest indrukwekkende paleis uit de 17de eeuw. Dat is goed te zien op de prent van tekenaar Abraham Begeyn (1637-1697). De prent is gemaakt tijdens het bewind van Willem III (1650 tot 1702). Willem III is stadhouder van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden van 1672 tot 1702 en regeert samen met zijn vrouw, Mary II, als koning en koningin van Engeland, Schotland en Ierland van 1689 tot aan zijn dood.
Boven dit panorama zweven twee putti met een gekroond wapen in een lauwerkrans met de tekst “honi soit qui mal y pense”. Prins Willem III (1650-1702) voert dit wapen vóór hij in 1689 koning van Engeland wordt. We vinden het ook terug op het raadhuis van Naaldwijk.
Paleis Honselaarsdijk wordt omringd door symmetrisch aangelegde tuinen en bijgebouwen, waaronder stallen, parterres de broderie (perken met laag gehouden buxusslingers), een bloementuin, een fazanterie, een hertenweide, een boswachtershuis en een volière. Op de prent is te zien dat het paleis in de omgeving ligt van de duinen en de Noordzee. Aan de oostzijde zie je de trekvaart liggen. Het paleis wordt omringd door grote tuinen. Deze zijn ontworpen door de Franse tuinarchitect André Mollet. Exotische planten en de talloze bomen zijn via de Prinsegracht, de Loosduinse Vaart en de Nieuwe Vaart hierheen vervoerd. Honselersdijk dient zowel als buitenverblijf als kunstgalerij, waarbij de kunstcollectie met vele Hollandse Meesters de status van Frederik Hendrik als vorst onderstreept.
Naast het hoofdgebouw zijn twee grote bijgebouwen, waaronder een gastenkwartier. Tegenwoordig bestaat een deel hiervan nog, namelijk de Nederhof. Hier is een kleinschalige zorgorganisatie gevestigd die een koffiehuis runt.
De roerige 17de eeuw
Het Paleis werd gebruikt voor regeringszaken en diplomatieke missies. In 1638 bezocht koningin-moeder Maria de’ Medici de Republiek der Verenigde Nederlanden, waar ze gastvrijheid genoot op Paleis Honselersdijk van stadhouder Frederik Hendrik. De Haagse schrijfster Bosboom-Toussaint schreef een historische novelle over deze periode, waarin ze feiten combineerde met fictieve verhalen. Maria de’ Medici’s bezoek aan de Republiek betekende een erkenning van ons land als autonoom grondgebied, nog vóór het Verdrag van Münster op 15 mei 1648 officieel de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden als soevereine staat erkende in het vredesverdrag met Spanje
Tien jaar eerder, in 1653, vond voor de kust van Zuid-Holland de Slag bij Ter Heijde plaats tussen de Nederlandse en Engelse vloot tijdens de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog. De Nederlandse marine leed een zware nederlaag, met twintig verloren schepen en de dood van admiraal Maarten Tromp. Deze gebeurtenis vond plaats nabij de duinen, waar toeschouwers, inclusief inwoners van Den Haag, de strijd volgden.
Willem van de Velde I, slag bij Terheijde, Rijksmuseum, 1657, SK-A-1365
Herberg Lands Welvaren
Bij Paleis Honselersdijk hoort ook Herberg “Lands Welvaren” (1660). Het ligt schuin tegenover de Nederhof. Ooit was het eigendom van koning Frederik I van Pruisen en later van Anna van Hannover, moeder van prins Willem V. Het wordt dan omgedoopt tot “Het Wapen van Oranje”.
De herberg langs de vaart schuin voor de Nederhof (Honselersdijk) 2024
Naaldwijk, ’s-Gravenzande en Monster
Al snel komen we langs Broekvliet, gelegen aan Dijkweg 76. Het is eigendom van Abraham Douglas, Baljuw van Honselersdijk en rentmeester van Prins Willem V (1748-1806). Het omvat het landgoed een buitenplaats, boerderij, 43 morgen weiland, hooiland en akkerland, een tuin en een koepel in de Vlietpolder.
Foto Broekvliet
Niet ver daarvandaan in Naaldwijk ligt Patijnenburg, aanvankelijk een boerderij die in 1652 werd omgevormd tot een buitenplaats. Het landgoed was in handen van de Amsterdamse familie Pauw. Later is het in handen van Simon van Slingelandt (1664-1736), raadpensionaris van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Patijnenburg op de kaart
Aart Schouman, Rechter zijgevel van Patijnenburg, 1755. De eigenaar van Patijnenburg was Diederik Pauw, een prominent lid van de invloedrijke Amsterdamse familie Pauw. Hij en zijn familie hadden sterke banden met de politieke elite, zoals de familie Oranje-Nassau, en speelden een significante rol in de ontwikkeling van het gebied. Diederik Pauw was een vooraanstaand figuur in de regio, bekleedde diverse functies en was zelfs de rijkste Hagenaar van zijn tijd. Na zijn dood in 1688 erfde zijn zoon Joan Pauw de buitenplaats, die het verder verfraaide en goede relaties onderhield met koning-stadhouder Willem III, die hier dan ook op bezoek kwam. Het landgoed bleef een centrum van sociale en politieke activiteit, waar zelfs de hoogste politieke macht van die tijd, zoals Willem III, werd ontvangen.
Foto Raadhuis Naaldwijk
Aanmeren kan in Naaldwijk. Hier zijn nog enkele oude monumenten te vinden, waaronder het Oude Raadhuis en het Heilige Geesthofje. Het Oude Raadhuis, met een Hollandse renaissancegevel uit 1688 werd vernieuwd in opdracht van koning-stadhouder Willem III, herbergt een waag en vierschaar. De wapens van diverse leden van het huis van Oranje-Nassau sieren de gevel. Het laat zien hoe Naaldwijk verbonden is met het huis Oranje-Nassau.
De trekvaart gaat verder na Naaldwijk, wanneer ook ‘s-Gravenzande en Monster aan de dienstregeling worden toegevoegd. Langs de vaarroute bevindt zich bij ‘s-Gravenzande de Oranjesluis (1676), oorspronkelijk bedoeld als zoetwaterinlaat voor tuinen, maar later vooral gebruikt voor afwatering. Dit is een prachtige afsluiting die de veelzijdige rol van water in dit gebied symboliseert: de trekvaart als levensader voor transport, de buitenhuizen waar de tuinen een statussymbool vormen voor de eigenaar, het water als essentiële bron voor groenten en fruit, en de kanalen die het vuile water uit de stad afvoeren en voor verfrissing zorgen. Het water weerspiegelt hier niet alleen de geschiedenis, maar ook de dynamiek en diversiteit van dit bijzondere landschap.
Oranjesluis