KLIMAATADAPTATIE
Definitie en Doel
Klimaatadaptatie omvat maatregelen en strategieën om samenlevingen en ecosystemen aan te passen aan veranderende klimaatomstandigheden. Het doel is de impact van klimaatverandering te verminderen, inclusief stijgende temperaturen, extreme weersomstandigheden, zeespiegelstijging en veranderingen in neerslagpatronen. Verwachte klimaatverandering zal aanzienlijke gevolgen hebben voor het waterbeheer. Er is een dreiging van zoutwaterindringing, wateroverlast en droogte. Hoogheemraadschappen ontwikkelen strategieën in samenwerking met universiteiten en onderzoeksinstituten om deze gevolgen te beperken en tegelijkertijd meerwaarde te creëren voor recreatie, natuur en landschap.
Klimaatadaptatie, een strategie van de TU Delft voor de provincie
Onder de titel: De klimaatschuit: “Trekvaarten, klimaatadaptatie en ruimtelijke ontwikkeling in Zuid-Holland” heeft de TU Delft onderzocht hoe trekvaarten een rol kunnen spelen in klimaatadaptatie. Het onderzoek concentreert zich op het gebied tussen Leiden, Den Haag, Delft, Rotterdam en Gouda, waar de trekvaarten de Vliet, de Schie, de Gouwe en de Oude Rijn een historisch waterverband vormen.
Historische ontwikkeling gebied
Het gebied, ooit een veenmoeras, werd vanaf 900 ontwaterd voor landbouw. Dit leidde tot economische groei en het onstaan van steden in de dertiende eeuw. Echter, ontwatering bracht bodemdaling met zich mee, en het veen werd veelvuldig afgegraven voor stedelijke energiebehoeften. In de 17e eeuw werden middeleeuwse afwateringskanalen, zoals de Vliet en de Schie, aangepast tot trekvaarten tussen steden.
Het huidige waterbeheer omvat 49 polders met gemalen die hun overtollig water uitmalen op boezemwateren, waaronderde trekvaarten. Vervolgens wordt het overtollige water met grote boezemgemalen uitgemalen op de Hollandsche IJssel, de Nieuwe Maas of direct op de Noordzee. Als het heel hard regent, kunnen de gemalen al dat water echter niet aan en kan er wateroverlast optreden. Tijdens droogteperiodes in de zomer kan er via de boezem rivierwater ingelaten worden. Het probleem hierbij is dat het zeewater in de zomer ver de rivieren op kan trekken en de rivieren dan te zout worden.
Relevantie voor Den Haag
De relevantie voor Den Haag ligt in de noodzaak om strategieën te ontwikkelen die specifiek zijn afgestemd op de unieke kenmerken van het gebied. De stad wordt geconfronteerd met uitdagingen zoals mogelijke stijging van de zeespiegel, toenemende intensiteit van neerslag door klimaatverandering, en de wens voor stedelijke ontwikkeling. Het waterbeheer moet rekening houden met deze factoren om de leefbaarheid van Den Haag te waarborgen.
De verantwoordelijkheden voor waterbeheer liggen bij drie hoogheemraadschappen, die waterkeringen, gemalen en waterkwaliteit beheren. Beperkingen in ruimtelijke ordening, vaarwegbeheer en beperkte mogelijkheden om lozingen aan te pakken, vormen extra uitdagingen. Ruimtelijke ordening is van groot belang is voor waterbeheer, met de toename van verhard oppervlak als een potentiële oorzaak van wateroverlast.
Vier uitdagingen
De vier belangrijkste uitdagingen voor het waterbeheer in het studiegebied zijn: de stijging van de zeespiegel, toenemende wateroverlast door intensievere neerslag, mogelijke toenemende droogte en problemen met de waterkwaliteit.
Oplossingrichtingen
Mogelijke oplossingsrichtingen zijn capaciteitsvergroting van gemalen, extra tijdelijke waterberging, inlaten van meer zoetwater, en zelfs het accepteren van verzilting. Een waterbalansmodel wordt gebruikt om de mogelijke effecten van klimaatverandering in 2100 te voorspellen en de behoefte aan extra waterberging te beoordelen. In totaal wordt geschat dat 34 miljoen m3 extra waterberging nodig is. 7,5 miljoen m3 daarvan is lokaal nodig in de verschillende polders om lokale wateroverlast te voorkomen. De overige 26,5 miljoen m3 is nodig als buffer tegen waterkorten in de zomer. Hiervoor wordt een groot nieuw meer bij Benthuizen voorgesteld, het “Bentmeer”.
Uitgewerkte oplossing als voorbeeld
De voorgestelde oplossing omvat de aanleg van een verbinding tussen het Bentmeer, de Rotte in het zuiden en de Oude Rijn in het noorden, waardoor een oude scheepvaartverbinding wordt hersteld. Futuristische “groene” appartementen langs de vaart bieden uitzicht op de polder of de vaart. Langs de nieuwe verbinding kan een jaagpad aangelegd worden voor de “Klimaatschuit” – een varende tentoonstellingsruimte en locatie voor toekomstdiscussies. Het rapport benadrukt de noodzaak om nu al na te denken over grootschalige waterberging in Zuid-Holland en ruimte te reserveren, ondanks onzekerheden en kosten, om toekomstige problemen te voorkomen en nieuwe kansen te benutten.
De klimaatschuit: “Trekvaarten, klimaatadaptatie en ruimtelijke ontwikkeling in Zuid-Holland”